De eigen woning

Bent u eigenaar, vruchtgebruiker, bezitter, erfpachter of opstalhouder van een woning? En woont u zelf in die woning? Dan noemen we dit uw ‘eigen woning’. De ‘eigen woning’ is vrijgesteld van personenbelasting. U moet de onroerende inkomsten uit uw ‘eigen woning’ dus niet vermelden als belastbare inkomsten op uw belastingaangifte (vak III). De vrijstelling voor de ‘eigen woning’ geldt maar voor één woning (tegelijk). 

Wat hoort er (niet) bij de eigen woning? 

Soms is het niet meteen duidelijk wat bij uw ‘eigen woning’ hoort. We bespreken hieronder enkele veelvoorkomende gevallen. 

Garage(box) 

Hebt u in de buurt van uw ‘eigen woning’ een garage of een garagebox met een apart kadastraal inkomen, en gebruikt u die garage(box) zelf privé? 

Dan kan die garage(box) beschouwd worden als een deel van uw ‘eigen woning’, en dus vrijgesteld worden. In dat geval moet u het kadastraal inkomen van die garage(box) dus niet aangeven. 

Voorwaarde hiervoor is wel dat de garage(box) door haar aard, ligging, oppervlakte, waarde en onmiddellijk nut als één geheel met de eigen woning kan worden beschouwd. 

Hou er rekening mee dat wij die voorwaarde kunnen onderzoeken. Hou daarom steeds de nodige bewijsstukken bij. 

Deel van de woning gebruikt voor het beroep 

Gebruikt u een deel van uw woning voor uw beroep? Of gebruikt één van uw gezinsleden een deel van de woning voor zijn of haar beroep? En wordt er geen huur betaald voor dit beroepsmatig gebruik van de eigen woning? 

Alleen het deel van de woning waar u (met uw gezin) zelf woont is uw ‘eigen woning’. 

Het deel van de woning dat u of een gezinslid gebruikt voor het beroep, beschouwen we niet als uw ‘eigen woning’. Het deel van het kadastraal inkomen, dat overeenkomt met het beroepsmatig gebruikte deel van uw woning, moet u vermelden bij de code 1105/2105, afhankelijk van wie van beide partners de ‘eigen woning’ voor zijn of haar beroep gebruikt.

Let wel, u wordt niet belast op dat bedrag. 

Deel van de woning verhuurd 

Verhuurt u een deel van uw woning? 

Alleen het deel van de woning waar u (met uw gezin) zelf woont, is uw ‘eigen woning’, en dus vrijgesteld van belasting. 

Het deel van de woning dat u verhuurt, beschouwen we niet als uw ‘eigen woning’. Voor dat deel moet u de onroerende inkomsten aangeven.

U kunt niet wonen in uw woning? 

Bent u eigenaar, vruchtgebruiker, bezitter, erfpachter of opstalhouder van een woning, maar woont u er zelf niet in omwille van één van volgende redenen:

  • beroepsredenen, 
  • redenen van sociale aard, 
  • de stand van de bouw- of verbouwingswerken waardoor u de woning niet kunt bewonen,
  • wettelijke of contractuele belemmeringen waardoor u de woning onmogelijk zelf kunt bewonen.

Dan kunt u die woning toch beschouwen als uw ‘eigen woning’. 

Wilt u gebruik maken van één van deze uitzonderingen? Hou er dan rekening mee dat wij kunnen onderzoeken of u wel of niet recht hebt op die uitzondering. Hou daarom steeds de nodige bewijsstukken bij. 

U hebt meerdere woningen? 

De vrijstelling voor de ‘eigen woning’ geldt maar voor één woning (tegelijk):

  • Bent u eigenaar, vruchtgebruiker, bezitter, erfpachter of opstalhouder van meerdere woningen die u zelf bewoont? De ‘eigen woning’ is de woning waar u uw officiële domicilieadres hebt. 
  • Bent u eigenaar, vruchtgebruiker, bezitter, erfpachter of opstalhouder van een woning die u zelf bewoont en daarnaast ook van één of meer woningen die u niet zelf bewoont om één van de hierboven vermelde redenen? De ‘eigen woning’ is de woning waar u zelf daadwerkelijk in woont.
  • Wordt u samen belast met uw partner? Alle bepalingen over de 'eigen woning' gelden voor u beide samen. Er kan, voor u als koppel, slechts één woning aangemerkt worden als de ‘eigen woning’.
    Voorbeeld: Amira en Mohammed zijn getrouwd en worden samen belast. Amira is eigenaar van woning A. Mohammed is eigenaar van woning B. Het echtpaar woont samen in woning A. Woning A is in dat geval de ‘eigen woning’ voor beide partners, ook al is Mohammed er geen eigenaar van. 

Deel van het jaar 

Als een woning maar voor een deel van het betrokken inkomstenjaar uw ‘eigen woning’ is, geldt de vrijstelling enkel voor die periode. Voor de overige dagen van het jaar moet u de onroerende inkomsten van die woning dus wel aangeven. Hoe u dat precies moet doen, hangt af van hoe u het onroerend goed gebruikt.